menu  

Joods Monument Arnhem
Joods Monument Arnhem

     

     

     

     

Hirschel   Machiel

Adres: Brantsenstraat 2

Machiel bereikte de leeftijd van 69 jaar

 

Geboorteplaats: Coevorden   geboortedatum 28-02-1874

Plaats van overlijden: Sobibor   sterfdatum: 23-07-43

Beroep:

 

Machiel's verhaal

Meer informatie over deze persoon, zie

https://www.joodsmonument.nl/nl/page/152481/machiel-hirschel

 

Op 12 september 2023 zijn drie struikelstenen gelegd op de Amsterdamseweg 54. Bouwblok Brantsenstraat 2-8 werd in 1999 afgebroken voor de uitbreidoing van het spoor. Op de website en de nieuwsbrief van het wijkcontact Burgemeesterskwartier is op 13 september 2023 aandacht besteed aan de steenlegging. Ter gelegenheid van de steenlegging hield  kleindochter Heleen van Haaften de volgende toespraak. 


'Ik kijk naar een foto waar boven staat familie Hirschel 1929. Niemand is zich bewust van het onheil wat zich in komende 15 jaar zal gaan afspelen. 11 jaar geleden was WO1 afgelopen en 11 jaar later zal WO2 in Nederland zijn. Iedereen kijkt ontspannen op de foto. Recht in de lens. Ze hebben niets te verbergen. Een gezellig gezin. De 4 oudsten zijn geboren voor WO1. Jeanette in 1908, Sara in 1909, Flora in 1911 en Meier in 1912. Deze vier vinden de komende jaren hun levenspartner, gaan het huis uit en trouwen. Je zou zeggen de toekomst lag aan hun voeten. De jongste 3 werden geboren na WO1. Jozef in 1919, Henriëtte (Jettie) in 1921 en nadat iedereen dacht dat er verder geen kinderen meer zouden komen werd mijn moeder Veronica (Vera) in 1926 geboren.

Mijn grootmoeder droeg een bandeaux, mijn grootvader ging dagelijks naar de Synagoge. Het was het een gezellig Joods gezin waar iedereen altijd welkom was. Mijn grootvader haalde op vrijdag vis op de markt, mijn oma maakte linzensoep en kuchel. Dit gezin zou ik nooit leren kennen. Een gezin dat zich vrij voelde. Een familie die al vele generaties in Nederland woonde. Mijn grootvader zei: “ik ben in de eerste plaats Nederlander”. Bij mijn zoektocht naar de huidige bewoners van de Brantsenstraat, zag ik dat de huidige bewoner van nummer 22 het Arnhemse raadslid: Yazid Ait Chrif ergens exact dezelfde woorden gebruikt. De kinderen gingen naar openbare scholen. Maar niet op zaterdag. Geen probleem lijkt het te zijn. In 1940 is Jozef al klaar met school, Jettie gaat de kweekschool afronden en mijn moeder zit op de HBS. Langzaam wordt er steeds meer verboden voor Joden en vanaf 1 september 1941 mocht geen enkel Joods kind meer op een niet-Joodse school zitten. Jettie moest les gaan geven op de lagere school voor Joodse leerlingen en mijn moeder gaat naar de HBS op het Joods lyceum.

Op 10 december 1942 worden de 3 jongste kinderen met hun ouders in Arnhem opgepakt en naar Westerbork gestuurd. Vreemd genoeg worden mijn grootouders, mijn moeder en mijn tante Jettie weer los gelaten en mochten naar Amsterdam. Jozef moest blijven en zou als eerste kind uit dit gezin in april 1943 vermoord worden in Auschwitz. Hij was 24. Zouden mijn grootouders in december 1942 al beseft hebben wat er met hun jongste zoon zou gaan gebeuren? In Amsterdam aangekomen was de grootste zorg om in ieder geval de 2 jongste kinderen in veiligheid te brengen. Tante Jettie en mijn moeder Vera verdwenen in de onderduik. Mijn grootouders wilden anderen niet in gevaar brengen en mijn grootvader wilde bovendien het hoofd niet buigen. Zij werden uiteindelijk toch weer opgepakt en in juli 1943 ook vermoord 61 en 69 jaar waren ze. Van dit mooie gezin zouden uiteindelijk Meier, Jettie en Vera de oorlog overleven.

Alhoewel ze uit een orthodox Joods gezin kwamen hebben deze 3 na de oorlog besloten om geen lid meer te zijn van het NIK (Nederlands Israelitisch Kerkgenootschap). Vooral geen registratie. Mijn moeder trouwde met mijn vader. Hij was niet Joods en er werden 4 kinderen geboren. De jongste is mijn broer, die er vandaag helaas niet bij kan zijn. Genoemd naar mijn grootvader Machiel. Van Marian werd vroeger gezegd dat ze op haar grootmoeder leek, Dé heeft een zoon die sprekend op Jozef lijkt. Iets waar wij overigens pas achter kwamen na het overlijden van mijn moeder waarbij wij een persoonsbewijs van hem vonden met een foto van hem waarop hij ongeveer 22 geweest moet zijn. Tot die tijd had ik sowieso weinig beeld van hem. Ooit heb ik mijn moeder daarna gevraagd. Mijn moeder reageerde toen met het antwoord dat hij ook min of meer onzichtbaar was in dit gezin.

Het maakte mij duidelijk hoe ongemerkt toch, zonder veel woorden, meer was overgedragen van dit gezin dan dat ogenschijnlijk leek. De linzensoep van mijn moeder was beroemd. Toen ik jong was kende niemand deze soep en in de stad Dordrecht waar ik opgroeide was er 1 winkel te vinden waar ze de linzen kon kopen. De plaatsing van de stolperstenen voor mijn grootouders en oom Jozef geven nu een moment dat ik over ze kan vertellen en ik hoop dat de plaatsing er aan bijdraagt dat hun namen niet vergeten worden'.



Gezin Hirschel-Mesritz

(Familie Hirschel 1929 Brantsentraat 2 te Arnhem met namen, foto collectie Heleen van Haaften)


(Bouwblok met de Brantsenstraat voor de oorlog, Brantsenstraat 2-8 werden in 1999 afgebroken voor uitbreiding spoor)

(Reconstructie locatie Brantsenstraat 2 geprojecteerd op de huidige situatie, foto Ad Habets augustus 2023)

(Brantsenstraat 2 voor de sloop in 2004, huis met fiets ervoor, foto GA)


Ouders: Machiel Hirschel (1874-1943) x Naatje Hirschel-Mesritz (1881-1943) tr. Amsterdam 19 juni 1907

(Machiel Hirschel, foto Joods Monument)

 
Oudste 4 kinderen geboren vóór WO I, jongste 3 na WO I

 

Het gezin was orthodox Joods en woonde aan de Brantsenstraat 2 in Arnhem (sinds 1918), daarvoor aan de Emmastraat 1 (1908) en de Oeverstraat 66 (1904). De kinderen bezochten het reguliere openbaar onderwijs o.a. de Tamboersbosjeschool (1918-1999) tegenover het huis. Joodse les kregen ze op de Nederlands Israëlitische Godsdienstschool op de Kippenmarkt 1. Machiel Hirschel zat in de schoolcommissie en was van 1921-1933 thesaurier van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap in Arnhem. Ook was hij penningmeester van de 'Vereeniging Israëlietisch hulpfonds'. Het echtpaar had zeven kinderen. Rond het  begin van de oorlog trouwden er vier: Sara (in 1942), Flora (in 1940), Jeannette (in 1939) en Meijer (in 1942). Drie kinderen woonden nog thuis: Jozef, Jetty en Vera. Op 10 december 1942 werden ze met hun ouders opgepakt en met zijn vijven naar Westerbork gestuurd. Na al een keer ontsnapt te zijn aan een transport, werden zij later door een ‘administratieve fout’ vrijgesteld van deportatie (een ‘Sperre’):zij mochten ‘tot nader order’ naar Amsterdam. Jozef mocht als enige niet mee, hij werd doorgestuurd naar Auschwitz en vermoord.


1. Jeanette Bont-Hirschel (1908-1944) tr. in 1939 met Emanuel Bont (1907-1944). Zie: 
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/143526/jeannette-bont-hirschel en https://www.joodsmonument.nl/nl/page/143527/emanuel-bont

(Huwelijksfoto Jeanette en Emanuel, foto Joods Monument)


2. Sara Lopes Cardozo-Hirschel (1909-1944) werkte en woonde intern als verpleegster in het Nederlandse Israëlitisch Ziekenhuis (NIZ) in Amsterdam trouwt met Lodewijk Lopes Cardozo tekenaar (1910-1945). Zij trouwen op 22 juli 1942, broer Meijer en zijn vrouw Mary waren getuigen. Zij gingen in Rotterdam wonen en kregen 1 kind: Marjolijn (1943- 1944) 

https://www.joodsmonument.nl/nl/page/221537/sara-lopes-cardozo-hirschel en https://www.joodsmonument.nl/nl/page/124440/lodewijk-lopes-cardozo

 

3. Flora (Floor) Prins-Hirschel (1911-19430), Hiversum, begeleidster tr. 3 januari 194o met Theodore Prins (1914-1943) ambtenaar opvoedkunde, werkten beiden in Berg Stichting Laren, woonden intern. Het Monument voor de Joodse Kinderen (Laren 2017) vermeldt de namen van de 48 kinderen en de vier stafleden van de Berg-Stichting die zijn vermoord. Ook de namen van Flora Prins-Hirschel en haar echtgenoot Theodore Prins. 
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/132009/flora-prins-hirschel en https://www.joodsmonument.nl/nl/page/131972/theodore-prins en https://vrijheid.scouting.nl/scouting-in-de-oorlog/database-bestanden/joodse-scouts/963-joodse-scouts-theodore-prins/file

 

(Huwelijksfoto Flora en Theodore, foto Joods Monument)

 

4. Meijer (Han na de oorlog) Hirschel (Arnhem 1912- Utrecht 1973) trouwt met Marianne (Mary) Konijn (1911-1998). Mary werkte in de keuken van het Nederlandse Israëlitisch Ziekenhuis (NIZ) in Amsterdam. Meijer en Mary leren elkaar daar kennen en trouwen 7 juni  1942, de laatste keer dat de familie in zijn geheel bij elkaar was. Ze werden eind 1944 verraden en naar Westerbork gestuurd, waar ze de bevrijding meemaakten. Zij hadden geen kinderen. Mary was een van de eerste diëtisten in Nederland en was destijds een bekende verschijning in de ziekenhuiswereld.

(Meijer Hirschel april 1925, foto collectie Heleen van Haaften)

(Schoolfoto HBS Willemsplein mei 1928 met Meijer [Han] Hirschel [zie rode stip derde rij], foto collectie Heleen van Haaften)

(Dokter Mag ik? Mary Hirschel, Bussum 1952 met tekeningen van Fiep Westendorp)

 

5. Jozef Hirschel 1919 -1943 https://www.joodsmonument.nl/nl/page/152479/jozef-hirschel
Uit een werkgeversverklaring van 27 november 1942 blijkt dat Jozef van 1936-1942 als assistent- boekhouder werkzaam was bij de NV Industrie-en Handel Mij ILMO, voorheen firma I.L.Mogendorff aan de van Oldenbarneveldtstraat 85 in Arnhem. De verklaring werd afgegeven een week na de grote razzia van 17 november 1942. De familie Hirschel was van moederskant (Mesritz) bevriend met de familie Mogendorff. Bij de tweede grote razzia van 10 december 1942 ontkwam de familie niet aan deportatie naar Westerbork. Daar 'mochten' ze ‘tot nader order’ naar Amsterdam, niet terug naar Arnhem. Alleen Jozef moest in Westerbork achterblijven. Hij werd  doorgestuurd naar Auschwitz en daar vermoord.

(Jozef Hirschel, Joods Monument)


(Stille Hoek lente 1931 schoolreisje Godsdienstschool, kinderen staand 1e van rechts Jozef Hirschel, uit Margo Klijn, de Stille Slag, Joodse Arnhemmers 1933-1945, pagina 14)

6. Henriette (Jetty) Hirschel (1921-2005), in 1940 afgestudeerd als onderwijzeres, werkte in 1941 aan de dan opgerichte  'Joodse' lagere (en ULO) school in de (in 1935 opgeheven) School XVIII aan Trans 10.


(Jetty Hirschel [rechts} en collega's in 1942 voor de Joodse school aan de Trans 10, foto collectie Heleen van Haaften)


Zij dook in 1943 op een reeks van adressen onder in Friesland. Zij kwam in april 1945 terug van haar laatste onderduikfamilie - het predikantengezin Bijlsma - met wie ze in oktober 1944 naar Blokzijl mee verhuisd was. Zij haalde haar spullen op in Friesland en werd met haar broer Meijer en zijn vrouw Mary in het bevrijdde Westerbork herenigd.

 

Jan Waage, de onderduikgever van zus Vera, zorgde ervoor dat ze een baan kreeg in het onderwijs in Zaandam, eerst op de Herman Gorterschool en daarna op de Wilhelminaschool. Jetty richtte in Zaandam in 1959 de Speelman op, een school op voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden, een ‘lom-school’. Tot 1971 bleef ze daaraan verbonden. Daarna werkte zij in Den Haag op een school voor kinderen met leerachterstanden en bij de Haagse  onderwijsbegeleidingsdienst (HCO). Op 62 jarige leeftijd ging ze met pensioen. 

(Jetty Hirschel tweede van links op de Herman Gorter School rond 1950, foto Joods Monument Zaanstreek)

 

7. Veronica (Vera) van Haaften-Hirschel (1926-2017) tr. in 1954 met Wouter van Haaften (1905-1979). Vera's lagere school was de lagere Tamboersbosjeschool, tegenover het ouderlijk huis. Op sjabbes ging zij niet naar school, een niet-Joods vriendinnetje bracht haar later het huiswerk. Haar schoolvriendin was de een jaar oudere Fiet van der Heijden (1925), op de foto hieronder zitten zij vooraan naast elkaar in de schoolbank. De vader van Fiet, Abraham van der Heijden (1897-1968) heeft de oorlog overleefd evenals Fiet. Hij was conciërge op het door de bezetter ingestelde Joods Lyceum (1). De moeder van Fiet (Carolina Henriëtte van der Heijden-Kan) overleed in 1941 in Arnhem.

(Tamboersbosjeschool 1933/1934, links vooraan Fiet van der Heijden, rechts Vera Hirschel, collectie familie van der Heijden)

 
Vera ging naar de middelbare school en later naar klas III van het Joods lyceum te Arnhem, dat door de bezetter in 1941 was ingesteld om Joden te isoleren. Zij komt voor op een klasselijst van 1942 op pagina 6 van dit online document: klik op document 

Vera dook op de Bronbeeklaan onder bij de familie Kraaij-van Erven. 

Als gevolg van de slag om Arnhem in september 1944 evacueerde het gezin Kraaij met Vera naar Velp en Hilversum. Naarmate de winter vorderde, werd de leefsituatie moeilijker. De jongste dochter Kraaij kon begin februari 1945 onderdak krijgen bij familie in Zaandam en voor Vera werd een oplossing bij de familie Jan en Guurtje Waage aan de P.L.Takstraat 36 in Zaandam gevonden. 

(Vera op de arm van haar moeder Naatje rond 1930 voor het huis Brantsenstraat 2, foto collectie Heleen van Haaften )


Na de bevrijding hielp Vera bij de Bergstichting in Laren met de opvang van Joodse weeskinderen. De Bergstichting was een algemene instelling voor kinderen uit sociaal-zwakke gezinnen. Haar zuster Floor had er voor de oorlog met haar man Theodore Prins gewerkt en Vera kende de directeur. Tot 1 september kon ze er werken. Op 15 september 1945 begon Vera de verpleegopleiding in het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag. Ze kon die helaas niet afmaken.

In 1954 trad ze in het huwelijk met de gepensioneerde kapitein-luitenant b.d. Wouter van Haaften (Rotterdam, 1905-1979). Het echtpaar kreeg vier kinderen en vijf kleinkinderen. 

 

Voor meer informatie over Vera, zie: https://www.joodsmonumentzaanstreek.nl/hirschel-veronica-vera/

 

Vier van de veertien leden van de familie Hirschel overleefden de oorlog.

 

Verwijzing

Onder de rubriek verhalen  is een iets verkorte versie van de levensgeschiedenissen van de Hirschels opgenomen. Klik hier.

 

Noten

1. In het boek van Margo Klijn staat Abraham van der Heijden op een foto van docenten van het Joods Lyceum gedateerd op 2 juli 1942. In het bijschrift wordt zijn achternaam niet correct gespeld ('Abraham van der Heide'). Zie: Margo Klijn, de Stille slag, Joodse Arnhemmers 1933-1945, pagina 127.

 


Hirschel   Machiel

Adres: Brantsenstraat 2

Machiel bereikte de leeftijd van 69 jaar

 

Geboorteplaats: Coevorden   geboortedatum 28-02-1874

Plaats van overlijden: Sobibor   sterfdatum: 23-07-43

Beroep:

 

Machiel's verhaal

Meer informatie over deze persoon, zie

https://www.joodsmonument.nl/nl/page/152481/machiel-hirschel

 

Op 12 september 2023 zijn drie struikelstenen gelegd op de Amsterdamseweg 54. Bouwblok Brantsenstraat 2-8 werd in 1999 afgebroken voor de uitbreidoing van het spoor. Op de website en de nieuwsbrief van het wijkcontact Burgemeesterskwartier is op 13 september 2023 aandacht besteed aan de steenlegging. Ter gelegenheid van de steenlegging hield  kleindochter Heleen van Haaften de volgende toespraak. 


'Ik kijk naar een foto waar boven staat familie Hirschel 1929. Niemand is zich bewust van het onheil wat zich in komende 15 jaar zal gaan afspelen. 11 jaar geleden was WO1 afgelopen en 11 jaar later zal WO2 in Nederland zijn. Iedereen kijkt ontspannen op de foto. Recht in de lens. Ze hebben niets te verbergen. Een gezellig gezin. De 4 oudsten zijn geboren voor WO1. Jeanette in 1908, Sara in 1909, Flora in 1911 en Meier in 1912. Deze vier vinden de komende jaren hun levenspartner, gaan het huis uit en trouwen. Je zou zeggen de toekomst lag aan hun voeten. De jongste 3 werden geboren na WO1. Jozef in 1919, Henriëtte (Jettie) in 1921 en nadat iedereen dacht dat er verder geen kinderen meer zouden komen werd mijn moeder Veronica (Vera) in 1926 geboren.

Mijn grootmoeder droeg een bandeaux, mijn grootvader ging dagelijks naar de Synagoge. Het was het een gezellig Joods gezin waar iedereen altijd welkom was. Mijn grootvader haalde op vrijdag vis op de markt, mijn oma maakte linzensoep en kuchel. Dit gezin zou ik nooit leren kennen. Een gezin dat zich vrij voelde. Een familie die al vele generaties in Nederland woonde. Mijn grootvader zei: “ik ben in de eerste plaats Nederlander”. Bij mijn zoektocht naar de huidige bewoners van de Brantsenstraat, zag ik dat de huidige bewoner van nummer 22 het Arnhemse raadslid: Yazid Ait Chrif ergens exact dezelfde woorden gebruikt. De kinderen gingen naar openbare scholen. Maar niet op zaterdag. Geen probleem lijkt het te zijn. In 1940 is Jozef al klaar met school, Jettie gaat de kweekschool afronden en mijn moeder zit op de HBS. Langzaam wordt er steeds meer verboden voor Joden en vanaf 1 september 1941 mocht geen enkel Joods kind meer op een niet-Joodse school zitten. Jettie moest les gaan geven op de lagere school voor Joodse leerlingen en mijn moeder gaat naar de HBS op het Joods lyceum.

Op 10 december 1942 worden de 3 jongste kinderen met hun ouders in Arnhem opgepakt en naar Westerbork gestuurd. Vreemd genoeg worden mijn grootouders, mijn moeder en mijn tante Jettie weer los gelaten en mochten naar Amsterdam. Jozef moest blijven en zou als eerste kind uit dit gezin in april 1943 vermoord worden in Auschwitz. Hij was 24. Zouden mijn grootouders in december 1942 al beseft hebben wat er met hun jongste zoon zou gaan gebeuren? In Amsterdam aangekomen was de grootste zorg om in ieder geval de 2 jongste kinderen in veiligheid te brengen. Tante Jettie en mijn moeder Vera verdwenen in de onderduik. Mijn grootouders wilden anderen niet in gevaar brengen en mijn grootvader wilde bovendien het hoofd niet buigen. Zij werden uiteindelijk toch weer opgepakt en in juli 1943 ook vermoord 61 en 69 jaar waren ze. Van dit mooie gezin zouden uiteindelijk Meier, Jettie en Vera de oorlog overleven.

Alhoewel ze uit een orthodox Joods gezin kwamen hebben deze 3 na de oorlog besloten om geen lid meer te zijn van het NIK (Nederlands Israelitisch Kerkgenootschap). Vooral geen registratie. Mijn moeder trouwde met mijn vader. Hij was niet Joods en er werden 4 kinderen geboren. De jongste is mijn broer, die er vandaag helaas niet bij kan zijn. Genoemd naar mijn grootvader Machiel. Van Marian werd vroeger gezegd dat ze op haar grootmoeder leek, Dé heeft een zoon die sprekend op Jozef lijkt. Iets waar wij overigens pas achter kwamen na het overlijden van mijn moeder waarbij wij een persoonsbewijs van hem vonden met een foto van hem waarop hij ongeveer 22 geweest moet zijn. Tot die tijd had ik sowieso weinig beeld van hem. Ooit heb ik mijn moeder daarna gevraagd. Mijn moeder reageerde toen met het antwoord dat hij ook min of meer onzichtbaar was in dit gezin.

Het maakte mij duidelijk hoe ongemerkt toch, zonder veel woorden, meer was overgedragen van dit gezin dan dat ogenschijnlijk leek. De linzensoep van mijn moeder was beroemd. Toen ik jong was kende niemand deze soep en in de stad Dordrecht waar ik opgroeide was er 1 winkel te vinden waar ze de linzen kon kopen. De plaatsing van de stolperstenen voor mijn grootouders en oom Jozef geven nu een moment dat ik over ze kan vertellen en ik hoop dat de plaatsing er aan bijdraagt dat hun namen niet vergeten worden'.



Gezin Hirschel-Mesritz

(Familie Hirschel 1929 Brantsentraat 2 te Arnhem met namen, foto collectie Heleen van Haaften)


(Bouwblok met de Brantsenstraat voor de oorlog, Brantsenstraat 2-8 werden in 1999 afgebroken voor uitbreiding spoor)

(Reconstructie locatie Brantsenstraat 2 geprojecteerd op de huidige situatie, foto Ad Habets augustus 2023)

(Brantsenstraat 2 voor de sloop in 2004, huis met fiets ervoor, foto GA)


Ouders: Machiel Hirschel (1874-1943) x Naatje Hirschel-Mesritz (1881-1943) tr. Amsterdam 19 juni 1907

(Machiel Hirschel, foto Joods Monument)

 
Oudste 4 kinderen geboren vóór WO I, jongste 3 na WO I

 

Het gezin was orthodox Joods en woonde aan de Brantsenstraat 2 in Arnhem (sinds 1918), daarvoor aan de Emmastraat 1 (1908) en de Oeverstraat 66 (1904). De kinderen bezochten het reguliere openbaar onderwijs o.a. de Tamboersbosjeschool (1918-1999) tegenover het huis. Joodse les kregen ze op de Nederlands Israëlitische Godsdienstschool op de Kippenmarkt 1. Machiel Hirschel zat in de schoolcommissie en was van 1921-1933 thesaurier van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap in Arnhem. Ook was hij penningmeester van de 'Vereeniging Israëlietisch hulpfonds'. Het echtpaar had zeven kinderen. Rond het  begin van de oorlog trouwden er vier: Sara (in 1942), Flora (in 1940), Jeannette (in 1939) en Meijer (in 1942). Drie kinderen woonden nog thuis: Jozef, Jetty en Vera. Op 10 december 1942 werden ze met hun ouders opgepakt en met zijn vijven naar Westerbork gestuurd. Na al een keer ontsnapt te zijn aan een transport, werden zij later door een ‘administratieve fout’ vrijgesteld van deportatie (een ‘Sperre’):zij mochten ‘tot nader order’ naar Amsterdam. Jozef mocht als enige niet mee, hij werd doorgestuurd naar Auschwitz en vermoord.


1. Jeanette Bont-Hirschel (1908-1944) tr. in 1939 met Emanuel Bont (1907-1944). Zie: 
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/143526/jeannette-bont-hirschel en https://www.joodsmonument.nl/nl/page/143527/emanuel-bont

(Huwelijksfoto Jeanette en Emanuel, foto Joods Monument)


2. Sara Lopes Cardozo-Hirschel (1909-1944) werkte en woonde intern als verpleegster in het Nederlandse Israëlitisch Ziekenhuis (NIZ) in Amsterdam trouwt met Lodewijk Lopes Cardozo tekenaar (1910-1945). Zij trouwen op 22 juli 1942, broer Meijer en zijn vrouw Mary waren getuigen. Zij gingen in Rotterdam wonen en kregen 1 kind: Marjolijn (1943- 1944) 

https://www.joodsmonument.nl/nl/page/221537/sara-lopes-cardozo-hirschel en https://www.joodsmonument.nl/nl/page/124440/lodewijk-lopes-cardozo

 

3. Flora (Floor) Prins-Hirschel (1911-19430), Hiversum, begeleidster tr. 3 januari 194o met Theodore Prins (1914-1943) ambtenaar opvoedkunde, werkten beiden in Berg Stichting Laren, woonden intern. Het Monument voor de Joodse Kinderen (Laren 2017) vermeldt de namen van de 48 kinderen en de vier stafleden van de Berg-Stichting die zijn vermoord. Ook de namen van Flora Prins-Hirschel en haar echtgenoot Theodore Prins. 
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/132009/flora-prins-hirschel en https://www.joodsmonument.nl/nl/page/131972/theodore-prins en https://vrijheid.scouting.nl/scouting-in-de-oorlog/database-bestanden/joodse-scouts/963-joodse-scouts-theodore-prins/file

 

(Huwelijksfoto Flora en Theodore, foto Joods Monument)

 

4. Meijer (Han na de oorlog) Hirschel (Arnhem 1912- Utrecht 1973) trouwt met Marianne (Mary) Konijn (1911-1998). Mary werkte in de keuken van het Nederlandse Israëlitisch Ziekenhuis (NIZ) in Amsterdam. Meijer en Mary leren elkaar daar kennen en trouwen 7 juni  1942, de laatste keer dat de familie in zijn geheel bij elkaar was. Ze werden eind 1944 verraden en naar Westerbork gestuurd, waar ze de bevrijding meemaakten. Zij hadden geen kinderen. Mary was een van de eerste diëtisten in Nederland en was destijds een bekende verschijning in de ziekenhuiswereld.

(Meijer Hirschel april 1925, foto collectie Heleen van Haaften)

(Schoolfoto HBS Willemsplein mei 1928 met Meijer [Han] Hirschel [zie rode stip derde rij], foto collectie Heleen van Haaften)

(Dokter Mag ik? Mary Hirschel, Bussum 1952 met tekeningen van Fiep Westendorp)

 

5. Jozef Hirschel 1919 -1943 https://www.joodsmonument.nl/nl/page/152479/jozef-hirschel
Uit een werkgeversverklaring van 27 november 1942 blijkt dat Jozef van 1936-1942 als assistent- boekhouder werkzaam was bij de NV Industrie-en Handel Mij ILMO, voorheen firma I.L.Mogendorff aan de van Oldenbarneveldtstraat 85 in Arnhem. De verklaring werd afgegeven een week na de grote razzia van 17 november 1942. De familie Hirschel was van moederskant (Mesritz) bevriend met de familie Mogendorff. Bij de tweede grote razzia van 10 december 1942 ontkwam de familie niet aan deportatie naar Westerbork. Daar 'mochten' ze ‘tot nader order’ naar Amsterdam, niet terug naar Arnhem. Alleen Jozef moest in Westerbork achterblijven. Hij werd  doorgestuurd naar Auschwitz en daar vermoord.

(Jozef Hirschel, Joods Monument)


(Stille Hoek lente 1931 schoolreisje Godsdienstschool, kinderen staand 1e van rechts Jozef Hirschel, uit Margo Klijn, de Stille Slag, Joodse Arnhemmers 1933-1945, pagina 14)

6. Henriette (Jetty) Hirschel (1921-2005), in 1940 afgestudeerd als onderwijzeres, werkte in 1941 aan de dan opgerichte  'Joodse' lagere (en ULO) school in de (in 1935 opgeheven) School XVIII aan Trans 10.


(Jetty Hirschel [rechts} en collega's in 1942 voor de Joodse school aan de Trans 10, foto collectie Heleen van Haaften)


Zij dook in 1943 op een reeks van adressen onder in Friesland. Zij kwam in april 1945 terug van haar laatste onderduikfamilie - het predikantengezin Bijlsma - met wie ze in oktober 1944 naar Blokzijl mee verhuisd was. Zij haalde haar spullen op in Friesland en werd met haar broer Meijer en zijn vrouw Mary in het bevrijdde Westerbork herenigd.

 

Jan Waage, de onderduikgever van zus Vera, zorgde ervoor dat ze een baan kreeg in het onderwijs in Zaandam, eerst op de Herman Gorterschool en daarna op de Wilhelminaschool. Jetty richtte in Zaandam in 1959 de Speelman op, een school op voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden, een ‘lom-school’. Tot 1971 bleef ze daaraan verbonden. Daarna werkte zij in Den Haag op een school voor kinderen met leerachterstanden en bij de Haagse  onderwijsbegeleidingsdienst (HCO). Op 62 jarige leeftijd ging ze met pensioen. 

(Jetty Hirschel tweede van links op de Herman Gorter School rond 1950, foto Joods Monument Zaanstreek)

 

7. Veronica (Vera) van Haaften-Hirschel (1926-2017) tr. in 1954 met Wouter van Haaften (1905-1979). Vera's lagere school was de lagere Tamboersbosjeschool, tegenover het ouderlijk huis. Op sjabbes ging zij niet naar school, een niet-Joods vriendinnetje bracht haar later het huiswerk. Haar schoolvriendin was de een jaar oudere Fiet van der Heijden (1925), op de foto hieronder zitten zij vooraan naast elkaar in de schoolbank. De vader van Fiet, Abraham van der Heijden (1897-1968) heeft de oorlog overleefd evenals Fiet. Hij was conciërge op het door de bezetter ingestelde Joods Lyceum (1). De moeder van Fiet (Carolina Henriëtte van der Heijden-Kan) overleed in 1941 in Arnhem.

(Tamboersbosjeschool 1933/1934, links vooraan Fiet van der Heijden, rechts Vera Hirschel, collectie familie van der Heijden)

 
Vera ging naar de middelbare school en later naar klas III van het Joods lyceum te Arnhem, dat door de bezetter in 1941 was ingesteld om Joden te isoleren. Zij komt voor op een klasselijst van 1942 op pagina 6 van dit online document: klik op document 

Vera dook op de Bronbeeklaan onder bij de familie Kraaij-van Erven. 

Als gevolg van de slag om Arnhem in september 1944 evacueerde het gezin Kraaij met Vera naar Velp en Hilversum. Naarmate de winter vorderde, werd de leefsituatie moeilijker. De jongste dochter Kraaij kon begin februari 1945 onderdak krijgen bij familie in Zaandam en voor Vera werd een oplossing bij de familie Jan en Guurtje Waage aan de P.L.Takstraat 36 in Zaandam gevonden. 

(Vera op de arm van haar moeder Naatje rond 1930 voor het huis Brantsenstraat 2, foto collectie Heleen van Haaften )


Na de bevrijding hielp Vera bij de Bergstichting in Laren met de opvang van Joodse weeskinderen. De Bergstichting was een algemene instelling voor kinderen uit sociaal-zwakke gezinnen. Haar zuster Floor had er voor de oorlog met haar man Theodore Prins gewerkt en Vera kende de directeur. Tot 1 september kon ze er werken. Op 15 september 1945 begon Vera de verpleegopleiding in het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag. Ze kon die helaas niet afmaken.

In 1954 trad ze in het huwelijk met de gepensioneerde kapitein-luitenant b.d. Wouter van Haaften (Rotterdam, 1905-1979). Het echtpaar kreeg vier kinderen en vijf kleinkinderen. 

 

Voor meer informatie over Vera, zie: https://www.joodsmonumentzaanstreek.nl/hirschel-veronica-vera/

 

Vier van de veertien leden van de familie Hirschel overleefden de oorlog.

 

Verwijzing

Onder de rubriek verhalen  is een iets verkorte versie van de levensgeschiedenissen van de Hirschels opgenomen. Klik hier.

 

Noten

1. In het boek van Margo Klijn staat Abraham van der Heijden op een foto van docenten van het Joods Lyceum gedateerd op 2 juli 1942. In het bijschrift wordt zijn achternaam niet correct gespeld ('Abraham van der Heide'). Zie: Margo Klijn, de Stille slag, Joodse Arnhemmers 1933-1945, pagina 127.

 


 

Locatie Joods Monument Arnhem:
Kippenmarkt/Jonas Daniël Meijerplaats