In Nederland is discussie over het feit dat zo’n groot percentage Joodse Nederlanders is omgekomen, terwijl het antisemitisme in Nederland relatief gering was: ‘de Nederlandse paradox.’ Mogelijke verklaringen hiervoor zijn:
Nederlanders, inclusief de Joodse Nederlanders, zijn gezagsgetrouw, het land is dichtbevolkt, het landschap is vlak, de maatschappij was verzuild en veel mensen, ook Joden, namen de geruchten niet serieus, de vernietigingskampen Sobibor en Auschwitz waren toen onvoorstelbaar.
Vergelijkingen met andere landen:
De meeste Nederlandse Joden die bezetting en vervolging overleefden, overleefden door onderduik. Onder meer het Utrechts Kindercomité (studenten) organiseerde hulp aan Joodse kinderen. Voor meer informatie klik hier.
Ook in Arnhem was een filiaal van de UKC. Voor elke onderduiker waren 10 tot 20 mensen nodig. Veel overlevenden vertellen dat zij op meer dan tien duikadressen zijn geweest.
(Enkele leden van het Utrechts Kindercomité 19 april 1944. De foto genomen tijdens het huwelijk van Geert Lubberhuizen en Willy van Reenen, op 10 april 1944. Vlnr: Titie Timminga, Annie de Waard, Ger Kempe, Manfred Lewinsohn, Olga Hudig, Rut Matthijsen, Dora Matthijsen, Ankie Stork (vrouw met de hoed), Ewoud Storm, Mary Vink-Muntz en Maarten Vink. De fotograaf is onbekend, foto Collectie Het Utrechts Archief)
In Nederland is discussie over het feit dat zo’n groot percentage Joodse Nederlanders is omgekomen, terwijl het antisemitisme in Nederland relatief gering was: ‘de Nederlandse paradox.’ Mogelijke verklaringen hiervoor zijn:
Nederlanders, inclusief de Joodse Nederlanders, zijn gezagsgetrouw, het land is dichtbevolkt, het landschap is vlak, de maatschappij was verzuild en veel mensen, ook Joden, namen de geruchten niet serieus, de vernietigingskampen Sobibor en Auschwitz waren toen onvoorstelbaar.
Vergelijkingen met andere landen:
De meeste Nederlandse Joden die bezetting en vervolging overleefden, overleefden door onderduik. Onder meer het Utrechts Kindercomité (studenten) organiseerde hulp aan Joodse kinderen. Voor meer informatie klik hier.
Ook in Arnhem was een filiaal van de UKC. Voor elke onderduiker waren 10 tot 20 mensen nodig. Veel overlevenden vertellen dat zij op meer dan tien duikadressen zijn geweest.
(Enkele leden van het Utrechts Kindercomité 19 april 1944. De foto genomen tijdens het huwelijk van Geert Lubberhuizen en Willy van Reenen, op 10 april 1944. Vlnr: Titie Timminga, Annie de Waard, Ger Kempe, Manfred Lewinsohn, Olga Hudig, Rut Matthijsen, Dora Matthijsen, Ankie Stork (vrouw met de hoed), Ewoud Storm, Mary Vink-Muntz en Maarten Vink. De fotograaf is onbekend, foto Collectie Het Utrechts Archief)