menu  

Joods Monument Arnhem
Joods Monument Arnhem

 

 

 

 

De ontruiming van het Joods kindertehuis: het verhaal van mijn moeder

Klaas Korver stuurde ons dit verhaal over de ontruiming van het “Jongenshuis” op de Amsterdamseweg, officieel het voormalig Rotterdams kindertehuis geheten. De ontruiming  vond plaats op 11 december 1942, aansluitend op de grote Arnhemse razzia van 10 december. De moeder van Klaas, Louisa Korver-van Dijk (1929-2015) was er als tienjarig meisje getuige van. Dit verhaal verscheen ook in het wijkcontact 2021-2 van de Burgemeesterswijk onder de titel "Traumatische herinnering aan ontruiming Jongenshuis (1942)".

Bij ons thuis draaide alles om de Tweede Wereldoorlog. Er ging bijna geen dag voorbij zonder dat het over de oorlog ging. Toen ik jong was wist ik niet dat mijn ouders behoorlijk getraumatiseerd waren door de gebeurtenissen die ze in de oorlog  hadden meegemaakt. Alles wat ik hier vertel is de weergave zoals mijn ouders het ons jarenlang hebben verteld. Het gaat over gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog, die mijn moeder haar hele leven achtervolgd hebben.

Mijn moeder is geboren op 5 december 1929 in Eisden (België). Haar vader was aan de drank en daardoor was er te weinig geld voor eten. Wanneer ze vier jaar oud is komt ze in Arnhem in het kindertehuis terecht. Ze zou daar blijven tot haar 21e jaar. Ze heeft het niet gemakkelijk bij de nonnen. Ze wordt regelmatig geslagen met stokken en riemen.

Wanneer ze zes jaar oud is moet ze gaan helpen in een lijkenhuisje dat bij het tehuis hoort. Wanneer op 10 mei 1940 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt is mijn moeder bijna tien jaar oud.

(Louisa van Dijk op 16 jarige leeftijd © Klaas Korver)


De eerste dagen van de oorlog is het wat wennen. Mijn moeder en de andere kinderen mogen de eerste dagen niet naar buiten. Na een aantal dagen, als alles weer wat gewoon is, mogen ze weer naar buiten. Ze krijgen weer school (o.a. handwerkles) en mijn moeder doet haar werk in het lijkenhuisje. In 1942 ligt ze vaak wakker van de vliegtuigen, die op weg zijn om steden in Duitsland te bombarderen. Regelmatig gaan de nonnen met de kinderen naar buiten en lopen altijd langs een Joods kindertehuis op de Amsterdamseweg.

Op 11 december 1942  lopen ze daar ook weer. Over wat ze dan ziet zal mijn moeder haar hele leven praten en het zal haar blijven achtervolgen.

Als ze de Amsterdamseweg oplopen en bij het joods kindertehuis aankomen, zien ze dat er verschillende Duitse trucks staan met allemaal Duitse soldaten. Die zijn bezig het kindertehuis leeg te halen. De kinderen en volwassen van het huis moeten allemaal in de trucks die klaar staan. Op een gegeven moment ziet mijn moeder een paar jonge kinderen die het niet lukt om in de truck te stappen. Een paar Duitse soldaten lopen naar hen toe. De kinderen worden bij hun enkels gepakt en als oud vuil in de truck gesmeten. De voorbijkomende kinderen en nonnen raken erg overstuur. Op dat moment loopt een Duitse soldaat naar hen toe en maakt hen duidelijk dat ze weg moeten. Ze keren om en gaan naar het kindertehuis terug.

(bewoners van het "Jongenshuis" mei 1941)

 

(Amsterdamseweg  van de zuidzijde; van links naar rechts Villa Marguerite “het Jongenshuis” no 1-3, Villa Nova, Villa Schoonoord rond 1880 ©Gelders Archief)

(Amsterdamseweg 1-3 vanaf de noordzijde met v.l.n.r. villa Nova, villa Schoonoord en rechts op de hoek van de Bovenbrugstraat villa Paulina, rond 1910  ©Gelders Archief)

 

(Amsterdamseweg 1-3 vanaf de noordzijde situatie 2020 met CITO gebouw waar de Villa's  Marguerite, Nova en Schoonoord stonden; rechts op de hoek van de Bovenbrugstraat de nog bestaande voormalige villa Paulina)

 

Dat mijn moeder van deze gebeurtenis een trauma heeft opgelopen, blijkt vele jaren later.
Het is 1975 en het is dan 30 jaar geleden dat Nederland is bevrijd. Mijn moeder woont in Haarlem samen met mijn vader, mijn zus, mijn broertje en mij. We wonen op het Cremerplein nummer 37. De Barteljorisstraat is niet ver van ons huis. Daar vinden op dat moment de filmopnames plaats van het boek “De schuilplaats” van Corrie ten Boom. In de Barteljorisstraat heeft Corrie’s vader een klokkenwinkel. Tijdens de oorlog was daar een schuilplaats voor mensen die moesten onderduiken of vluchten voor de Duitsers. Ze worden verraden en er volgt een inval door de Duitsers. Deze gebeurtenissen waren ze daar aan het opnemen.

 

Zoals wel vaker gingen mijn ouders in de avond wandelen. Mijn zus paste dan op mijn broertje en mij. Zo ook die avond. Na wat gelopen te hebben komen ze in de buurt van de klokkenwinkel in de Barteljorisstraat. Er staan Duitse trucks in de straat en acteurs verkleed als Duitse soldaten. Op een gegeven moment ziet mijn moeder de Duitse trucks en soldaten op het dak en op de grond. Ze raakt helemaal buiten zinnen en in totale paniek. Op dat moment ziet ze weer voor haar hoe het Joods kindertehuis in Arnhem wordt leeggehaald door de Duitsers.

 

De filmploeg probeert haar nog duidelijk te maken dat het filmopname is, maar niks kan haar tot bedaren brengen. De inmiddels opgeroepen politie weet ook niet wat ze moeten doen. Mijn vader vertelt hen van de achtergrond en waarom ze zo buiten zinnen is. Daarop besluiten de agenten hen thuis te brengen. Als de politie-auto voor ons huis stopt ziet mijn zus mijn ouders uitstappen. Als ze de deur open doet vertelt mijn vader en de politie wat er is voorgevallen. Het lukt mijn zus na lang praten om mijn moeder tot rust te brengen. Jaren later zou mijn zus over deze dag zeggen, dat ze nooit meer een zo bang en angstig iemand heeft meegemaakt. Ik heb deze gebeurtenissen weergegeven zoals mijn moeder ons jarenlang verteld heeft.

Klaas Korver

 

 

Noot redactie:

Het “Jongenshuis” (officieel het voormalig Rotterdams kindertehuis) op de Amsterdamseweg werd na het bombardement van Rotterdam gesticht door Dr. Siegfried Wolff, een gevluchte KNO-arts uit Berlijn. Het Jongenshuis opende rond 20 oktober 1940 de deuren. Er zaten  Joodse vluchtelingen van alle leeftijden en windstreken in. De jongste was nul jaar, de oudste 84. Op 11 december 1942 werden de 141 bewoners naar Westerbork afgevoerd. Van hen overleefden er 91 de holocaust niet. Op de plaats van de villa is nu het CITO gevestigd. De villa rechts (Villa Paulina) staat er nog. De foto (vanaf de noordzijde genomen) is rond 1910. De foto eronder is van de huidige situatie. Op de foto uit 1880 (vanaf de zuidzijde) is Villa Marguerita de eerste links.

Het kindertehuis waar Klaas’ moeder tot haar 21ejaar verbleef was waarschijnlijk het R.K.Kindertehuis "Imelda" van de zusters Karmelitessen, gevestigd aan de Sonsbeeksingel nummer 145 en nummer 155a waar de dagopvang zat.

Corrie ten Boom (1892-1983) is een verzetsheld uit de Tweede Wereldoorlog. De horlogemaakster uit Haarlem en haar familie riskeerden hun leven om Joden en verzetsmensen uit handen van de Duitsers te houden. Door verraad werden ze  gearresteerd en naar concentratiekamp Ravensbrück gestuurd. Alleen Corrie kwam op 53-jarige leeftijd levend terug en vestigde zich in Amerika. Zie ook Haarlem - Corrie ten Boomhuis

 

Het verhaal hierboven is een herinnering. Over de precieze datum en toedracht is discussie mogelijk. Mogelijk is hier de razzia van 8 april 1943 bedoeld.  

 


Verhalen

De ontruiming van het Joods kindertehuis: het verhaal van mijn moeder

Klaas Korver stuurde ons dit verhaal over de ontruiming van het “Jongenshuis” op de Amsterdamseweg, officieel het voormalig Rotterdams kindertehuis geheten. De ontruiming  vond plaats op 11 december 1942, aansluitend op de grote Arnhemse razzia van 10 december. De moeder van Klaas, Louisa Korver-van Dijk (1929-2015) was er als tienjarig meisje getuige van. Dit verhaal verscheen ook in het wijkcontact 2021-2 van de Burgemeesterswijk onder de titel "Traumatische herinnering aan ontruiming Jongenshuis (1942)".

Bij ons thuis draaide alles om de Tweede Wereldoorlog. Er ging bijna geen dag voorbij zonder dat het over de oorlog ging. Toen ik jong was wist ik niet dat mijn ouders behoorlijk getraumatiseerd waren door de gebeurtenissen die ze in de oorlog  hadden meegemaakt. Alles wat ik hier vertel is de weergave zoals mijn ouders het ons jarenlang hebben verteld. Het gaat over gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog, die mijn moeder haar hele leven achtervolgd hebben.

Mijn moeder is geboren op 5 december 1929 in Eisden (België). Haar vader was aan de drank en daardoor was er te weinig geld voor eten. Wanneer ze vier jaar oud is komt ze in Arnhem in het kindertehuis terecht. Ze zou daar blijven tot haar 21e jaar. Ze heeft het niet gemakkelijk bij de nonnen. Ze wordt regelmatig geslagen met stokken en riemen.

Wanneer ze zes jaar oud is moet ze gaan helpen in een lijkenhuisje dat bij het tehuis hoort. Wanneer op 10 mei 1940 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt is mijn moeder bijna tien jaar oud.

(Louisa van Dijk op 16 jarige leeftijd © Klaas Korver)


De eerste dagen van de oorlog is het wat wennen. Mijn moeder en de andere kinderen mogen de eerste dagen niet naar buiten. Na een aantal dagen, als alles weer wat gewoon is, mogen ze weer naar buiten. Ze krijgen weer school (o.a. handwerkles) en mijn moeder doet haar werk in het lijkenhuisje. In 1942 ligt ze vaak wakker van de vliegtuigen, die op weg zijn om steden in Duitsland te bombarderen. Regelmatig gaan de nonnen met de kinderen naar buiten en lopen altijd langs een Joods kindertehuis op de Amsterdamseweg.

Op 11 december 1942  lopen ze daar ook weer. Over wat ze dan ziet zal mijn moeder haar hele leven praten en het zal haar blijven achtervolgen.

Als ze de Amsterdamseweg oplopen en bij het joods kindertehuis aankomen, zien ze dat er verschillende Duitse trucks staan met allemaal Duitse soldaten. Die zijn bezig het kindertehuis leeg te halen. De kinderen en volwassen van het huis moeten allemaal in de trucks die klaar staan. Op een gegeven moment ziet mijn moeder een paar jonge kinderen die het niet lukt om in de truck te stappen. Een paar Duitse soldaten lopen naar hen toe. De kinderen worden bij hun enkels gepakt en als oud vuil in de truck gesmeten. De voorbijkomende kinderen en nonnen raken erg overstuur. Op dat moment loopt een Duitse soldaat naar hen toe en maakt hen duidelijk dat ze weg moeten. Ze keren om en gaan naar het kindertehuis terug.

(bewoners van het "Jongenshuis" mei 1941)

 

(Amsterdamseweg  van de zuidzijde; van links naar rechts Villa Marguerite “het Jongenshuis” no 1-3, Villa Nova, Villa Schoonoord rond 1880 ©Gelders Archief)

(Amsterdamseweg 1-3 vanaf de noordzijde met v.l.n.r. villa Nova, villa Schoonoord en rechts op de hoek van de Bovenbrugstraat villa Paulina, rond 1910  ©Gelders Archief)

 

(Amsterdamseweg 1-3 vanaf de noordzijde situatie 2020 met CITO gebouw waar de Villa's  Marguerite, Nova en Schoonoord stonden; rechts op de hoek van de Bovenbrugstraat de nog bestaande voormalige villa Paulina)

 

Dat mijn moeder van deze gebeurtenis een trauma heeft opgelopen, blijkt vele jaren later.
Het is 1975 en het is dan 30 jaar geleden dat Nederland is bevrijd. Mijn moeder woont in Haarlem samen met mijn vader, mijn zus, mijn broertje en mij. We wonen op het Cremerplein nummer 37. De Barteljorisstraat is niet ver van ons huis. Daar vinden op dat moment de filmopnames plaats van het boek “De schuilplaats” van Corrie ten Boom. In de Barteljorisstraat heeft Corrie’s vader een klokkenwinkel. Tijdens de oorlog was daar een schuilplaats voor mensen die moesten onderduiken of vluchten voor de Duitsers. Ze worden verraden en er volgt een inval door de Duitsers. Deze gebeurtenissen waren ze daar aan het opnemen.

 

Zoals wel vaker gingen mijn ouders in de avond wandelen. Mijn zus paste dan op mijn broertje en mij. Zo ook die avond. Na wat gelopen te hebben komen ze in de buurt van de klokkenwinkel in de Barteljorisstraat. Er staan Duitse trucks in de straat en acteurs verkleed als Duitse soldaten. Op een gegeven moment ziet mijn moeder de Duitse trucks en soldaten op het dak en op de grond. Ze raakt helemaal buiten zinnen en in totale paniek. Op dat moment ziet ze weer voor haar hoe het Joods kindertehuis in Arnhem wordt leeggehaald door de Duitsers.

 

De filmploeg probeert haar nog duidelijk te maken dat het filmopname is, maar niks kan haar tot bedaren brengen. De inmiddels opgeroepen politie weet ook niet wat ze moeten doen. Mijn vader vertelt hen van de achtergrond en waarom ze zo buiten zinnen is. Daarop besluiten de agenten hen thuis te brengen. Als de politie-auto voor ons huis stopt ziet mijn zus mijn ouders uitstappen. Als ze de deur open doet vertelt mijn vader en de politie wat er is voorgevallen. Het lukt mijn zus na lang praten om mijn moeder tot rust te brengen. Jaren later zou mijn zus over deze dag zeggen, dat ze nooit meer een zo bang en angstig iemand heeft meegemaakt. Ik heb deze gebeurtenissen weergegeven zoals mijn moeder ons jarenlang verteld heeft.

Klaas Korver

 

 

Noot redactie:

Het “Jongenshuis” (officieel het voormalig Rotterdams kindertehuis) op de Amsterdamseweg werd na het bombardement van Rotterdam gesticht door Dr. Siegfried Wolff, een gevluchte KNO-arts uit Berlijn. Het Jongenshuis opende rond 20 oktober 1940 de deuren. Er zaten  Joodse vluchtelingen van alle leeftijden en windstreken in. De jongste was nul jaar, de oudste 84. Op 11 december 1942 werden de 141 bewoners naar Westerbork afgevoerd. Van hen overleefden er 91 de holocaust niet. Op de plaats van de villa is nu het CITO gevestigd. De villa rechts (Villa Paulina) staat er nog. De foto (vanaf de noordzijde genomen) is rond 1910. De foto eronder is van de huidige situatie. Op de foto uit 1880 (vanaf de zuidzijde) is Villa Marguerita de eerste links.

Het kindertehuis waar Klaas’ moeder tot haar 21ejaar verbleef was waarschijnlijk het R.K.Kindertehuis "Imelda" van de zusters Karmelitessen, gevestigd aan de Sonsbeeksingel nummer 145 en nummer 155a waar de dagopvang zat.

Corrie ten Boom (1892-1983) is een verzetsheld uit de Tweede Wereldoorlog. De horlogemaakster uit Haarlem en haar familie riskeerden hun leven om Joden en verzetsmensen uit handen van de Duitsers te houden. Door verraad werden ze  gearresteerd en naar concentratiekamp Ravensbrück gestuurd. Alleen Corrie kwam op 53-jarige leeftijd levend terug en vestigde zich in Amerika. Zie ook Haarlem - Corrie ten Boomhuis

 

Het verhaal hierboven is een herinnering. Over de precieze datum en toedracht is discussie mogelijk. Mogelijk is hier de razzia van 8 april 1943 bedoeld.  

 


 

Locatie Joods Monument Arnhem:
Kippenmarkt/Jonas Daniël Meijerplaats