menu  

Joods Monument Arnhem
Joods Monument Arnhem

 

 

 

 

'Happy' Mogendorff en Vitesse

Een stukje Vitesse historie: het verhaal van de joodse Arnhemmer 'Happy' Mogendorff, oud-voorzitter en icoon van de club in de naoorlogse jaren. Met persoonlijke herinneringen van Selma en Nico Mogendorff.


Mogendorff is een bekende naam in Arnhem. De familie zat onder andere in de papierhandel. Al in 1915 werd de Goedkoope Winkel / Mogendorff’s Papierhandel aan de Broerenstraat hoek Nieuwstraat geopend. Ook kende Arnhem voor en na de oorlog andere families Mogendorff met grote bedrijven. Zo is er een etikettenfabriek, een meubelfabriek, een papierfabriek en een im- en export bedrijf. Lid van deze bekende Arnhemse familie was Herbert Mogendorff (1905-1984). Hij (her)opende na de oorlog een papier- en verpakkingengroothandel, aanvankelijk alleen in de Munterstraat (hoofdingang) hoek Varkensstraat, later ook met een winkel in de Koningstraat 43.

Vitesse

In Arnhem was Herbert beter bekend als 'Happy' Mogendorff, de grote promotor en ondersteuner van Vitesse, de club waaraan veel joodse Arnhemmers hun hart verpand hadden. Herbert begon in 1916 als speler bij Vitesse, groeide door in een reeks van functies en werd tenslotte een gewaardeerd voorzitter van de club. In 1965 werd hij benoemd tot erevoorzitter.


(Elftal met Herbert Mogendorff zittend tweede van rechts © Herinneringscentrum kamp Westerbork)

 
Eén van de hoogtepunten in zijn Vitesse carrière was de opening van het nieuwe stadion Nieuw Monnikenhuize door burgemeester Matser in 1950 . Herbert sprak bij die gelegenheid als voorzitter een uitverkocht stadion toe met alle ereleden en elftallen achter zich opgesteld.

(Herbert Mogendorff spreekt ter gelegenheid van de opening van het Vitessestadion Nieuw Monnikenhuize in 1950 © Herinneringscentrum kamp Westerbork)

Oorlog en onderduik
Herbert was verknocht aan de club. In 1952 schreef hij: ‘Het spijt mij niet dat ik veel tijd voor de club heb opgeofferd’, want dat was Vitesse je waard. Wat geeft zo’n vereniging je in al die tijd veel vreugde terug.’ Zijn clubliefde had ook te maken met zijn oorlogsverhaal. In de oorlog moest hij onderduiken. Vitessenaren boden hem onderduikgelegenheid, waardoor hij als joodse Arnhemmer kon overleven. Hij bleef bestuurlijk actief door bij bestuursleden thuis te vergaderen. Zijn naam werd voor de zekerheid weggelaten uit de notulen. Ook zijn verjaardagen werden bij verschillende Vitessenaren gevierd. In september 1944 moest Arnhem op last van de bezetter evacueren. Van het voetbalveld bleef weinig over en kort na de bevrijding brandde het clubhuis ook nog af. In het voorjaar van 1945 werd Herbert alsnog opgepakt, nadat ook hij Arnhem in september 1944 moest verlaten. Hij keerde op 17 april 1945 terug naar de stad, waar hij het normale leven met succes oppakte. Hij trouwde met Henny Steffen. Het echtpaar kreeg twee kinderen, Selma en Nico.

Na de oorlog, herinneringen van Selma en Nico
Draaide alles in het gezin Mogendorff om Vitesse? Dochter Selma en zoon Nico kijken terug op hun jeugd in Arnhem. Hieronder hun verhaal.

Op fietsen met houten banden traden onze ouders, Herbert Mogendorff en Henny Steffen (zus van Wim Steffen, voetballer eerste elftal Vitesse) op 8 mei 1945 in het huwelijk. Zij werden in 1950 verblijd met de geboorte van Selma. In 1953 werd het gezin uitgebreid met de geboorte van Nico. Achter ons ouderlijk huis (Gerhard-Voethstraat 10 in de wijk Molenbeke) lag een grote vijver waar wij als kleintjes regelmatig de eendjes voerden met onze ouders en waarop wij in de winter konden schaatsen.


(Herbert Mogendorff in de achtertuin met links Selma en rechts Nico in 1954 © Selma en Nico Mogendorff)


Over de oorlog
In ons gezin werd zelden gesproken over de oorlog. Selma kan zich wel herinneren dat er gediscussieerd is over de drie van Breda. Ook tijdens de Nederlandse les op het gymnasium in de jaren zestig werd er gedebatteerd over een voorstel vanuit Den Haag betreffende de vrijlating van deze drie oorlogsmisdadigers. Selma bleek toen de enige in haar klas die er anders over dacht en tegen vrijlating was. Daar kwam toen het besef hoe veel joodse mensen het gevoel moeten hebben gehad dat ze na de oorlog in de steek gelaten zijn.
Onze vader werd samen met zijn ouders, zijn broer, zijn zus met echtgenoot en hun twee jonge kinderen opgepakt en op 10 april 1943 in kamp Vught ondergebracht. Onze vader is de enige, die op een of andere wijze later uit Kamp Vught heeft kunnen ontsnappen. Hij is tewerkgesteld vanuit Kamp Vught, maar waar en hoe hij is ontvlucht, zijn onduidelijk. Uiteindelijk is hij in Apeldoorn terecht gekomen. Vanuit gevangenschap in de Wilhelm III kazerne te Apeldoorn is hij op 31 maart 1945 overgeplaatst naar Kamp Westerbork. Na de bevrijding van Kamp Westerbork is hij terug gegaan naar Arnhem. Daar kreeg hij het onvoorstelbare en gruwelijke bericht over zijn naaste familieleden die allen in 1943 in Sobibor vermoord zijn. Het moet voor onze vader ondraaglijk zijn geweest om als enige overlever van zijn familie verder te gaan.

Voornaam 'Happy'
Als kinderen hebben we niet veel van zijn verdriet gezien. Hij lachte waarschijnlijk al dat verdriet weg en maakte vaak veel grapjes. Dat leverde hem de naam ‘Happy’ op en zo werd zijn voornaam ‘Happy’ in plaats van zijn officiële voornaam: Herbert. Ter nagedachtenis van zijn overlijden in oktober 1984 en de vele verdiensten voor ‘zijn’ Vitesse, werd kort daarna het supportershome op Nieuw Monnikenhuize gedoopt tot ‘Happy home’ met een ‘feestelijke’ opening door zijn zoon Nico.
Dat Vitesse een belangrijke rol in het gezin speelde, was duidelijk. Zo herinnert Selma zich dat zij als jong meisje zondags trots bij haar vader op de eretribune de thuiswedstrijden van Vitesse volgde. Nico heeft onder Dick van Male getraind bij Vitesse en is in Rotterdam gaan voetballen vanwege zijn studie sinds eind 1971 aldaar. Met vrienden, waaronder neef Michael, ook een groot Vitesse-fan, bleef Nico bijna alle thuiswedstrijden trouw bezoeken. De club heeft net als bij zijn vader nog steeds een speciale plek in Nico’s hart.

Munterstraat en Koningstraat

Zondags gingen wij regelmatig uit eten met z’n vieren bij restaurants waaraan onze vader servetten en papieren tafelkleden leverde. In de papiergroothandel annex kantoor van onze vader in de Munterstraat stond zo’n professionele weegschaal. Wij maakten er een spelletje van wie het meeste was aangekomen. Een bezoek aan de winkel in de Koningstraat vonden wij als kinderen fantastisch, vooral die bewegende etalagepoppen en in Sinterklaastijd de Pieten die acrobatische toeren maakten. Toen Nico op de HBS zat, deed hij vakantiewerk in de zaak van zijn vader. Hij stond achter de toonbank in de Koningstraat en reed als bijrijder mee vanuit de Munterstraat bij het rondbrengen van bestellingen.


(Herbert Mogendorff in zijn kantoor aan de Munterstraat © Selma en Nico Mogendorff)

Trots
Onze vader glunderde altijd als hij over zijn kinderen sprak en was supertrots toen beiden gingen studeren, Selma geneeskunde in Utrecht en Nico economie in Rotterdam. Herbert heeft nog net meegemaakt dat Selma moeder werd van een dochter. Inmiddels heeft Selma een kleindochter. De geboorte van Nico’s zoon heeft hij helaas niet meer kunnen beleven, onze moeder gelukkig wel. Wij zijn als kinderen bijzonder blij met de aandacht voor onze vader, die zijn hart verpand had aan Vitesse.

Selma en Nico Mogendorff
Peter Jetten


Wijkkrant
Dit artikel verscheen in geredigeerde (verkorte) vorm ook in het voorjaarsnummer 202
1 van de wijkkrant 'de Molenbeker'. 

Bronnen
Gegevens over Happy Mogendorff en Vitesse zijn grotendeels ontleend aan het portret van Happy Mogendorff dat de Vitessenaren Dik Herberts en Martin Esveld voor het herinneringscentrum Kamp Westerbork schreven, zie: Bevrijdingsportretten.  

 

De periode na de oorlog is geschreven door Selma Mogendorff en Nico Mogendorff

Facebook Oud Arnhem

Margo Klijn, de Stille slag, Joodse Arnhemmers, 1933-1945. Arnhem 2014, tweede druk

Verhalen

'Happy' Mogendorff en Vitesse

Een stukje Vitesse historie: het verhaal van de joodse Arnhemmer 'Happy' Mogendorff, oud-voorzitter en icoon van de club in de naoorlogse jaren. Met persoonlijke herinneringen van Selma en Nico Mogendorff.


Mogendorff is een bekende naam in Arnhem. De familie zat onder andere in de papierhandel. Al in 1915 werd de Goedkoope Winkel / Mogendorff’s Papierhandel aan de Broerenstraat hoek Nieuwstraat geopend. Ook kende Arnhem voor en na de oorlog andere families Mogendorff met grote bedrijven. Zo is er een etikettenfabriek, een meubelfabriek, een papierfabriek en een im- en export bedrijf. Lid van deze bekende Arnhemse familie was Herbert Mogendorff (1905-1984). Hij (her)opende na de oorlog een papier- en verpakkingengroothandel, aanvankelijk alleen in de Munterstraat (hoofdingang) hoek Varkensstraat, later ook met een winkel in de Koningstraat 43.

Vitesse

In Arnhem was Herbert beter bekend als 'Happy' Mogendorff, de grote promotor en ondersteuner van Vitesse, de club waaraan veel joodse Arnhemmers hun hart verpand hadden. Herbert begon in 1916 als speler bij Vitesse, groeide door in een reeks van functies en werd tenslotte een gewaardeerd voorzitter van de club. In 1965 werd hij benoemd tot erevoorzitter.


(Elftal met Herbert Mogendorff zittend tweede van rechts © Herinneringscentrum kamp Westerbork)

 
Eén van de hoogtepunten in zijn Vitesse carrière was de opening van het nieuwe stadion Nieuw Monnikenhuize door burgemeester Matser in 1950 . Herbert sprak bij die gelegenheid als voorzitter een uitverkocht stadion toe met alle ereleden en elftallen achter zich opgesteld.

(Herbert Mogendorff spreekt ter gelegenheid van de opening van het Vitessestadion Nieuw Monnikenhuize in 1950 © Herinneringscentrum kamp Westerbork)

Oorlog en onderduik
Herbert was verknocht aan de club. In 1952 schreef hij: ‘Het spijt mij niet dat ik veel tijd voor de club heb opgeofferd’, want dat was Vitesse je waard. Wat geeft zo’n vereniging je in al die tijd veel vreugde terug.’ Zijn clubliefde had ook te maken met zijn oorlogsverhaal. In de oorlog moest hij onderduiken. Vitessenaren boden hem onderduikgelegenheid, waardoor hij als joodse Arnhemmer kon overleven. Hij bleef bestuurlijk actief door bij bestuursleden thuis te vergaderen. Zijn naam werd voor de zekerheid weggelaten uit de notulen. Ook zijn verjaardagen werden bij verschillende Vitessenaren gevierd. In september 1944 moest Arnhem op last van de bezetter evacueren. Van het voetbalveld bleef weinig over en kort na de bevrijding brandde het clubhuis ook nog af. In het voorjaar van 1945 werd Herbert alsnog opgepakt, nadat ook hij Arnhem in september 1944 moest verlaten. Hij keerde op 17 april 1945 terug naar de stad, waar hij het normale leven met succes oppakte. Hij trouwde met Henny Steffen. Het echtpaar kreeg twee kinderen, Selma en Nico.

Na de oorlog, herinneringen van Selma en Nico
Draaide alles in het gezin Mogendorff om Vitesse? Dochter Selma en zoon Nico kijken terug op hun jeugd in Arnhem. Hieronder hun verhaal.

Op fietsen met houten banden traden onze ouders, Herbert Mogendorff en Henny Steffen (zus van Wim Steffen, voetballer eerste elftal Vitesse) op 8 mei 1945 in het huwelijk. Zij werden in 1950 verblijd met de geboorte van Selma. In 1953 werd het gezin uitgebreid met de geboorte van Nico. Achter ons ouderlijk huis (Gerhard-Voethstraat 10 in de wijk Molenbeke) lag een grote vijver waar wij als kleintjes regelmatig de eendjes voerden met onze ouders en waarop wij in de winter konden schaatsen.


(Herbert Mogendorff in de achtertuin met links Selma en rechts Nico in 1954 © Selma en Nico Mogendorff)


Over de oorlog
In ons gezin werd zelden gesproken over de oorlog. Selma kan zich wel herinneren dat er gediscussieerd is over de drie van Breda. Ook tijdens de Nederlandse les op het gymnasium in de jaren zestig werd er gedebatteerd over een voorstel vanuit Den Haag betreffende de vrijlating van deze drie oorlogsmisdadigers. Selma bleek toen de enige in haar klas die er anders over dacht en tegen vrijlating was. Daar kwam toen het besef hoe veel joodse mensen het gevoel moeten hebben gehad dat ze na de oorlog in de steek gelaten zijn.
Onze vader werd samen met zijn ouders, zijn broer, zijn zus met echtgenoot en hun twee jonge kinderen opgepakt en op 10 april 1943 in kamp Vught ondergebracht. Onze vader is de enige, die op een of andere wijze later uit Kamp Vught heeft kunnen ontsnappen. Hij is tewerkgesteld vanuit Kamp Vught, maar waar en hoe hij is ontvlucht, zijn onduidelijk. Uiteindelijk is hij in Apeldoorn terecht gekomen. Vanuit gevangenschap in de Wilhelm III kazerne te Apeldoorn is hij op 31 maart 1945 overgeplaatst naar Kamp Westerbork. Na de bevrijding van Kamp Westerbork is hij terug gegaan naar Arnhem. Daar kreeg hij het onvoorstelbare en gruwelijke bericht over zijn naaste familieleden die allen in 1943 in Sobibor vermoord zijn. Het moet voor onze vader ondraaglijk zijn geweest om als enige overlever van zijn familie verder te gaan.

Voornaam 'Happy'
Als kinderen hebben we niet veel van zijn verdriet gezien. Hij lachte waarschijnlijk al dat verdriet weg en maakte vaak veel grapjes. Dat leverde hem de naam ‘Happy’ op en zo werd zijn voornaam ‘Happy’ in plaats van zijn officiële voornaam: Herbert. Ter nagedachtenis van zijn overlijden in oktober 1984 en de vele verdiensten voor ‘zijn’ Vitesse, werd kort daarna het supportershome op Nieuw Monnikenhuize gedoopt tot ‘Happy home’ met een ‘feestelijke’ opening door zijn zoon Nico.
Dat Vitesse een belangrijke rol in het gezin speelde, was duidelijk. Zo herinnert Selma zich dat zij als jong meisje zondags trots bij haar vader op de eretribune de thuiswedstrijden van Vitesse volgde. Nico heeft onder Dick van Male getraind bij Vitesse en is in Rotterdam gaan voetballen vanwege zijn studie sinds eind 1971 aldaar. Met vrienden, waaronder neef Michael, ook een groot Vitesse-fan, bleef Nico bijna alle thuiswedstrijden trouw bezoeken. De club heeft net als bij zijn vader nog steeds een speciale plek in Nico’s hart.

Munterstraat en Koningstraat

Zondags gingen wij regelmatig uit eten met z’n vieren bij restaurants waaraan onze vader servetten en papieren tafelkleden leverde. In de papiergroothandel annex kantoor van onze vader in de Munterstraat stond zo’n professionele weegschaal. Wij maakten er een spelletje van wie het meeste was aangekomen. Een bezoek aan de winkel in de Koningstraat vonden wij als kinderen fantastisch, vooral die bewegende etalagepoppen en in Sinterklaastijd de Pieten die acrobatische toeren maakten. Toen Nico op de HBS zat, deed hij vakantiewerk in de zaak van zijn vader. Hij stond achter de toonbank in de Koningstraat en reed als bijrijder mee vanuit de Munterstraat bij het rondbrengen van bestellingen.


(Herbert Mogendorff in zijn kantoor aan de Munterstraat © Selma en Nico Mogendorff)

Trots
Onze vader glunderde altijd als hij over zijn kinderen sprak en was supertrots toen beiden gingen studeren, Selma geneeskunde in Utrecht en Nico economie in Rotterdam. Herbert heeft nog net meegemaakt dat Selma moeder werd van een dochter. Inmiddels heeft Selma een kleindochter. De geboorte van Nico’s zoon heeft hij helaas niet meer kunnen beleven, onze moeder gelukkig wel. Wij zijn als kinderen bijzonder blij met de aandacht voor onze vader, die zijn hart verpand had aan Vitesse.

Selma en Nico Mogendorff
Peter Jetten


Wijkkrant
Dit artikel verscheen in geredigeerde (verkorte) vorm ook in het voorjaarsnummer 202
1 van de wijkkrant 'de Molenbeker'. 

Bronnen
Gegevens over Happy Mogendorff en Vitesse zijn grotendeels ontleend aan het portret van Happy Mogendorff dat de Vitessenaren Dik Herberts en Martin Esveld voor het herinneringscentrum Kamp Westerbork schreven, zie: Bevrijdingsportretten.  

 

De periode na de oorlog is geschreven door Selma Mogendorff en Nico Mogendorff

Facebook Oud Arnhem

Margo Klijn, de Stille slag, Joodse Arnhemmers, 1933-1945. Arnhem 2014, tweede druk

 

Locatie Joods Monument Arnhem:
Kippenmarkt/Jonas Daniël Meijerplaats