Simcha Looijen
In de ochtend van 2 augustus 1942 was het een drukte van belang bij het Arnhemse hoofdpolitiebureau. Agenten van de Arnhemse politie brachten een negental personen binnen, waaronder een meisje van zes. Vanuit omliggende gemeenten als Ede, Renkum en het Gelderse Hengelo werden nog eens vijf personen op het bureau afgeleverd. Het ging om Joden die het Rooms-katholieke geloof aanhingen en een aantal niet-Joodse familieleden.
(Dagrapport politie Arnhem 2 augustus 1942)
Protest
De aanhoudingen in Arnhem waren niet uniek. Op 2 augustus 1942 werden door heel Nederland honderden Rooms-katholieke Joden opgepakt. Een week eerder was er vanaf de kansels van de Rooms-katholieke kerken en een aantal kleinere protestantse kerken een protest uitgesproken tegen de Jodenvervolging. De Nederlands Hervormde Kerk was gezwicht voor een dreigement van de Duitse bezetter en zag af van het voorlezen van het protest. Dat het dreigement niet loos was bleek uit de massa-arrestatie van Rooms-katholieke Joden.
(Dagrapport politie Arnhem 2 augustus 1942)
Schifting
Van alle arrestanten kwamen er 213 in Kamp Amersfoort terecht. De bekendste arrestant was de Duitse filosofe en non Edith Stein, die samen met haar zus Rosa in het klooster van het Limburgse Echt verbleef. In Amersfoort volgde een verdere schifting. Zo waren gemengd gehuwden vrijgesteld van deportatie, omdat de Duitse bezetter vreesde dat dat te veel onrust bij niet-Joodse familieleden zou veroorzaken. Zij konden in vrijheid vertrekken.
Vanuit Kamp Amersfoort werden 97 van de 213 arrestanten doorgestuurd naar Kamp Westerbork. Daar volgde voor weer een aantal personen vrijlating. Van de overgebleven 83 vertrokken er op 7 augustus 1942 63 met de trein naar Auschwitz. De andere 19 werden op een later moment gedeporteerd. Vrijwel iedereen stierf in de concentratiekampen in het oosten.
(Dagrapport politie Arnhem 2 augustus 1942)
Arnhem
Van de gearresteerden uit de regio Arnhem kwamen acht personen binnen een paar uur weer op vrije voeten. Busbedrijf Toonders vervoerde de andere zes naar Kamp Amersfoort. Enkele dagen later werden vijf van de zes “Arnhemse” gevangenen vrijgelaten. De zesde, Susanna Felicitas Dohm-Gutherz uit Oosterbeek, maakte deel uit van het transport op 7 augustus 1942 naar Auschwitz. Zij overleed daar binnen een maand. Van de overige arrestanten overleefden twee de oorlog niet. Wilhelm Friedrich Hochmann uit Ede werd een jaar alsnog vergast in Sobibór. De Arnhemmer Benno van Rees overleed in juni 1943, voor zover na te gaan is, een natuurlijke dood.
Lees verder voor de korte levensschetsen van de “Arnhemse” arrestanten.
mei 2024
Bronnen
Herman van Rens. De deportatie van Rooms-katholieke Joden. Datum van publicatie onbekend.
Politiedagrapporten politie Arnhem, augustus 1942, geraadpleegd in het Gelders Archief
Verwijzing
Op de persoonlijke pagina's op deze site van Alfred Levi, Hilde Levi-Rosendahl, Margrit Levi en Roosje van Rees wordt naar dit verhaal en de daarin opgenomen levensschetsen verwezen.
Verhalen →
Simcha Looijen
In de ochtend van 2 augustus 1942 was het een drukte van belang bij het Arnhemse hoofdpolitiebureau. Agenten van de Arnhemse politie brachten een negental personen binnen, waaronder een meisje van zes. Vanuit omliggende gemeenten als Ede, Renkum en het Gelderse Hengelo werden nog eens vijf personen op het bureau afgeleverd. Het ging om Joden die het Rooms-katholieke geloof aanhingen en een aantal niet-Joodse familieleden.
(Dagrapport politie Arnhem 2 augustus 1942)
Protest
De aanhoudingen in Arnhem waren niet uniek. Op 2 augustus 1942 werden door heel Nederland honderden Rooms-katholieke Joden opgepakt. Een week eerder was er vanaf de kansels van de Rooms-katholieke kerken en een aantal kleinere protestantse kerken een protest uitgesproken tegen de Jodenvervolging. De Nederlands Hervormde Kerk was gezwicht voor een dreigement van de Duitse bezetter en zag af van het voorlezen van het protest. Dat het dreigement niet loos was bleek uit de massa-arrestatie van Rooms-katholieke Joden.
(Dagrapport politie Arnhem 2 augustus 1942)
Schifting
Van alle arrestanten kwamen er 213 in Kamp Amersfoort terecht. De bekendste arrestant was de Duitse filosofe en non Edith Stein, die samen met haar zus Rosa in het klooster van het Limburgse Echt verbleef. In Amersfoort volgde een verdere schifting. Zo waren gemengd gehuwden vrijgesteld van deportatie, omdat de Duitse bezetter vreesde dat dat te veel onrust bij niet-Joodse familieleden zou veroorzaken. Zij konden in vrijheid vertrekken.
Vanuit Kamp Amersfoort werden 97 van de 213 arrestanten doorgestuurd naar Kamp Westerbork. Daar volgde voor weer een aantal personen vrijlating. Van de overgebleven 83 vertrokken er op 7 augustus 1942 63 met de trein naar Auschwitz. De andere 19 werden op een later moment gedeporteerd. Vrijwel iedereen stierf in de concentratiekampen in het oosten.
(Dagrapport politie Arnhem 2 augustus 1942)
Arnhem
Van de gearresteerden uit de regio Arnhem kwamen acht personen binnen een paar uur weer op vrije voeten. Busbedrijf Toonders vervoerde de andere zes naar Kamp Amersfoort. Enkele dagen later werden vijf van de zes “Arnhemse” gevangenen vrijgelaten. De zesde, Susanna Felicitas Dohm-Gutherz uit Oosterbeek, maakte deel uit van het transport op 7 augustus 1942 naar Auschwitz. Zij overleed daar binnen een maand. Van de overige arrestanten overleefden twee de oorlog niet. Wilhelm Friedrich Hochmann uit Ede werd een jaar alsnog vergast in Sobibór. De Arnhemmer Benno van Rees overleed in juni 1943, voor zover na te gaan is, een natuurlijke dood.
Lees verder voor de korte levensschetsen van de “Arnhemse” arrestanten.
mei 2024
Bronnen
Herman van Rens. De deportatie van Rooms-katholieke Joden. Datum van publicatie onbekend.
Politiedagrapporten politie Arnhem, augustus 1942, geraadpleegd in het Gelders Archief
Verwijzing
Op de persoonlijke pagina's op deze site van Alfred Levi, Hilde Levi-Rosendahl, Margrit Levi en Roosje van Rees wordt naar dit verhaal en de daarin opgenomen levensschetsen verwezen.