Simcha Looijen
Elke arrestatie van Joodse onderduikers is natuurlijk ellendig, maar het moment van de arrestatie van Samuel en Judith de Leeuw was wel heel wrang. Zij vielen in handen van de Duitsers, amper twee maanden voordat Britse troepen door de straten van Oosterbeek marcheerden en de laatste trein vanuit Westerbork naar het oosten was vertrokken.
Samuel de Leeuw zag in 1881 het levenslicht in Delden. Hij trouwde met Judith Meijer (1877) uit Borculo. Het echtpaar vestigde zich in Doetinchem, waar ze drie dochters kregen. Samuel werkte als koopman. Zo handelde hij in vee en vertegenwoordigde een lederwarenfabriek uit Amsterdam. Op het moment dat de oorlog uitbrak woonde hij met zijn vrouw op het adres Hommelstraat 64 in Arnhem.
(Hommelstraat in vroegere tijden. De familie De Leeuw-Meijers woonde nabij het busje, foto Gelders Archief)
(Advertentie in het Het Joods Weekblad, 8 oktober 1942)
(Hommelstraat 64 in 2024, ter hoogte van witte auto, nu café de Kroon)
Waarschijnlijk waren de razzia's op Joden in november en december 1942 de aanleiding om onder te duiken. Samuel en Judith de Leeuw vonden eerst eerst een schuilplek in Didam, maar verbleven vanaf 26 december 1943 dichter bij huis. Petrus Theodorus Verholt bood hen onderdak in zijn huis aan de Van der Toulon van der Koogweg 29 in Oosterbeek.
Arrestatie
Dat ging ruim een half jaar goed, maar op 12 juli 1944 kreeg Verholt bezoek van Gerhardus Kooijman, een medewerker van de Arnhemse Sicherheitsdienst. Kooijman werd vergezeld door twee landwachters, terwijl kort daarna de Oosterbeekse NSB-er Stegeman zich bij het gezelschap voegde. Kooijman was gestuurd door de Arnhemse SD-chef Arthur Thomsen. Hoe Thomsen wist dat er een Joods echtpaar bij Verholt verbleef vertelt het strafdossier van Kooijman niet. Kooijman trof achter de woning direct Samuel de Leeuw aan. Hij gebood hem mee naar binnen te gaan, waar ze op Judith de Leeuw stuitte.
Verholt verklaarde na de oorlog: “In de maand juli 1944 (…) was ik omstreeks 19 uur in de schuur staande achter mijn woning. Op dat tijdstip kwam mij een onbekende persoon in die schuur, die Duits sprak en waarvan ik later hoorde dat hij Kooijman heette en tot den S.D. te Arnhem behoorde. In zijn gezelschap de mij wel bekende H.H. Stegeman, destijds wonende te Oosterbeek, Utrechtseweg 144b. Kooijman zeide tot mij: Wat doe je met die Joden in je woning?”. Ik had twee Joden in mijn woning ondergedoken. Ik ontkende tegenover Kooijman dat ik Joden in mijn woning had. Kooijman nam mij mede in mijn woning en ik zag dat er reeds huiszoeking was gedaan en de Joden waren gevonden. Kooijman zocht in mijn bijzijn nog naar een radiotoestel dat niet werd gevonden”.
De Oosterbeekse Stegeman werd er vervolgens op uit gestuurd om een taxi te regelen. Hij kwam uit bij Bouke van der Werf die bij een garage werkte. Van der Werf had weinig trek om voor Stegeman te rijden, maar zwichtte onder diens dreigementen. Met de taxi werden Samuel en Judith de Leeuw overgebracht naar het SD-hoofdkwartier in Arnhem. Samuel de Leeuw moest zelf voor de taxikosten van twintig gulden opdraaien (na de oorlog beschuldigde Verholt Kooijman er van een deel van het geld in eigen zak gestoken te hebben). Verholt moest ook mee. Na twee weken opsluiting kwam hij weer op vrije voeten.
Auschwitz
Twee dagen na hun aanhouding arriveerden Samuel en Judith de Leeuw in Westerbork. Op 3 september maakten zij deel uit van het laatste transport naar Auschwitz, hetzelfde transport waar ook Anne Frank en haar familie deel van uitmaakten. Na aankomst volgde direct vergassing. Van hun drie dochters en meerdere kleinkinderen overleefden alleen de tweede dochter Philippina Hendrika en haar kind de oorlog. Zij zat ondergedoken in de Friese gemeente Opsterland.
Juli 2024
Bronnen
CABR-dossier Gerhardus Kooijman, geraadpleegd in het Nationaal Archief in Den Haag
Jans Askes (2017), familie De Leeuw-Franken en hun kinderen, website Joods Monument Arnhem
Verwijzing
Voor informatie over de familie de Leeuw-Franken en hun negen kinderen onder wie Samuel de Leeuw, Judith de Leeuw-Meijers klik hier
Voor informatie over Samuel de Leeuw, Judith de Leeuw-Meijers en hun drie kinderen onder wie schoonzoon Elie Mendels klik hier
Verhalen →
Simcha Looijen
Elke arrestatie van Joodse onderduikers is natuurlijk ellendig, maar het moment van de arrestatie van Samuel en Judith de Leeuw was wel heel wrang. Zij vielen in handen van de Duitsers, amper twee maanden voordat Britse troepen door de straten van Oosterbeek marcheerden en de laatste trein vanuit Westerbork naar het oosten was vertrokken.
Samuel de Leeuw zag in 1881 het levenslicht in Delden. Hij trouwde met Judith Meijer (1877) uit Borculo. Het echtpaar vestigde zich in Doetinchem, waar ze drie dochters kregen. Samuel werkte als koopman. Zo handelde hij in vee en vertegenwoordigde een lederwarenfabriek uit Amsterdam. Op het moment dat de oorlog uitbrak woonde hij met zijn vrouw op het adres Hommelstraat 64 in Arnhem.
(Hommelstraat in vroegere tijden. De familie De Leeuw-Meijers woonde nabij het busje, foto Gelders Archief)
(Advertentie in het Het Joods Weekblad, 8 oktober 1942)
(Hommelstraat 64 in 2024, ter hoogte van witte auto, nu café de Kroon)
Waarschijnlijk waren de razzia's op Joden in november en december 1942 de aanleiding om onder te duiken. Samuel en Judith de Leeuw vonden eerst eerst een schuilplek in Didam, maar verbleven vanaf 26 december 1943 dichter bij huis. Petrus Theodorus Verholt bood hen onderdak in zijn huis aan de Van der Toulon van der Koogweg 29 in Oosterbeek.
Arrestatie
Dat ging ruim een half jaar goed, maar op 12 juli 1944 kreeg Verholt bezoek van Gerhardus Kooijman, een medewerker van de Arnhemse Sicherheitsdienst. Kooijman werd vergezeld door twee landwachters, terwijl kort daarna de Oosterbeekse NSB-er Stegeman zich bij het gezelschap voegde. Kooijman was gestuurd door de Arnhemse SD-chef Arthur Thomsen. Hoe Thomsen wist dat er een Joods echtpaar bij Verholt verbleef vertelt het strafdossier van Kooijman niet. Kooijman trof achter de woning direct Samuel de Leeuw aan. Hij gebood hem mee naar binnen te gaan, waar ze op Judith de Leeuw stuitte.
Verholt verklaarde na de oorlog: “In de maand juli 1944 (…) was ik omstreeks 19 uur in de schuur staande achter mijn woning. Op dat tijdstip kwam mij een onbekende persoon in die schuur, die Duits sprak en waarvan ik later hoorde dat hij Kooijman heette en tot den S.D. te Arnhem behoorde. In zijn gezelschap de mij wel bekende H.H. Stegeman, destijds wonende te Oosterbeek, Utrechtseweg 144b. Kooijman zeide tot mij: Wat doe je met die Joden in je woning?”. Ik had twee Joden in mijn woning ondergedoken. Ik ontkende tegenover Kooijman dat ik Joden in mijn woning had. Kooijman nam mij mede in mijn woning en ik zag dat er reeds huiszoeking was gedaan en de Joden waren gevonden. Kooijman zocht in mijn bijzijn nog naar een radiotoestel dat niet werd gevonden”.
De Oosterbeekse Stegeman werd er vervolgens op uit gestuurd om een taxi te regelen. Hij kwam uit bij Bouke van der Werf die bij een garage werkte. Van der Werf had weinig trek om voor Stegeman te rijden, maar zwichtte onder diens dreigementen. Met de taxi werden Samuel en Judith de Leeuw overgebracht naar het SD-hoofdkwartier in Arnhem. Samuel de Leeuw moest zelf voor de taxikosten van twintig gulden opdraaien (na de oorlog beschuldigde Verholt Kooijman er van een deel van het geld in eigen zak gestoken te hebben). Verholt moest ook mee. Na twee weken opsluiting kwam hij weer op vrije voeten.
Auschwitz
Twee dagen na hun aanhouding arriveerden Samuel en Judith de Leeuw in Westerbork. Op 3 september maakten zij deel uit van het laatste transport naar Auschwitz, hetzelfde transport waar ook Anne Frank en haar familie deel van uitmaakten. Na aankomst volgde direct vergassing. Van hun drie dochters en meerdere kleinkinderen overleefden alleen de tweede dochter Philippina Hendrika en haar kind de oorlog. Zij zat ondergedoken in de Friese gemeente Opsterland.
Juli 2024
Bronnen
CABR-dossier Gerhardus Kooijman, geraadpleegd in het Nationaal Archief in Den Haag
Jans Askes (2017), familie De Leeuw-Franken en hun kinderen, website Joods Monument Arnhem
Verwijzing
Voor informatie over de familie de Leeuw-Franken en hun negen kinderen onder wie Samuel de Leeuw, Judith de Leeuw-Meijers klik hier
Voor informatie over Samuel de Leeuw, Judith de Leeuw-Meijers en hun drie kinderen onder wie schoonzoon Elie Mendels klik hier