Vrijdag, 11 December 2020
In november en december 1942 vinden in Arnhem grote nachtelijke razzia's plaats, waarmee het merendeel van de Arnhemse Joden wordt weggevoerd om vermoord te worden. Het zijn niet de eerste razzia's in Arnhem. Een overzicht:
Op 7 en 8 oktober 1941 worden zeventig Joodse mannen in Gelderland opgepakt, onder hen acht Arnhemmers. Zij worden in de Willemskazerne gevangen gezet en na een paar dagen op transport naar Mauthausen gezet. Zij sterven daar, de laatste in november.
Op 3 oktober 1942 worden de Joodse mannen die in de werkkampen verblijven naar het doorgangskamp Westerbork gedeporteerd. Hun vrouwen en kinderen thuis worden onder het mom van gezInshereniging, vanuit de St.Eusebiusschool aan de Utrechtsestraat (nu Introdans) - waar zij de nacht doorbrengen - per trein naar Westerbork gebracht. De razzia vindt plaats van vrijdag op zaterdag 2-3 oktober 1942 op Grote Verzoendag, de belangrijkste Joodse feestdag van het jaar.
Ook worden achtendertig z.g. Palestina-pioniers in Huize Voorburg in Elden opgepakt en afgevoerd naar kamp Westerbork. De meesten worden in januari 1944 gedeporteerd naar kamp Bergen Belsen. Twaalf van hen overleven de kampen niet, zeven worden uitgeruild. Klik hier.
Op 17 november 1942 en 10 december 1942 houdt de Duitse bezetter twee grote razzia's. Ook oude en zieke mensen worden uit het Joods bejaardenhuis aan de Markt 5 opgehaald. Klik hier.
Op 29 maart 1943 moeten de Joden die nog in Arnhem aanwezig zijn, een reisvergunning afhalen om naar kamp Vught te kunnen afreizen.
Op 8 april 1943 vertrekt de laatste groep Joden uit Arnhem naar kamp Vught. Het zijn voornamelijk medewerkers van de Joodse Raad en een aantal statelozen, die misschien over het hoofd waren gezien. Voor uitgebreidere informatie klik hier.